maandag, november 25Groot in het brengen van klein nieuws
Shadow

Apeldoorn is financieel hersteld

Foto: Rob Voss | Beeldbank Apeldoorn marketing

De gemeente Apeldoorn heeft in 2020 17,1 miljoen euro minder uitgegeven dan er binnengekomen is. Dat blijkt uit de jaarrekening van 2020. Door dit forse overschot is de gemeente Apeldoorn weer financieel gezond. Detlev Cziesso, wethouder financiën, is trots dat de gemeente weer voldoende reserves heeft opgebouwd en het gronddebacle uit 2012 financieel achter zich kan laten.

“Mijn grote complimenten aan de raad en onze inwoners. In 2012 hebben we afgesproken dat we in 2022 financieel hersteld zouden zijn. Dat werd toen als bijna onmogelijk gezien. Nu, negen jaar later, hebben we het voor elkaar gekregen. Zelfs eerder dan gepland”, ziet Cziesso. De crisis van nu laat volgens de wethouder zien hoe belangrijk het is om financieel gezond te zijn. “Door onze opgebouwde reserves kunnen we tegen een stootje en soms zelfs iets extra’s doen. Zonder voldoende geld op de spaarrekening hadden we nu moeten bezuinigen en dat is het laatste wat je wil in een crisis.”

Coronacompensatie
Het overschot van 17,1 miljoen euro komt vooral doordat het gemeentefonds veel sterker is gegroeid dan voorzien. Dat komt onder andere doordat het Rijk financiële tegenvallers heeft gecompenseerd door de coronacrisis. Daarnaast ontving de gemeente door een uitspraak van de Hoge Raad een teruggave van de Belastingdienst van 4,1 miljoen euro. “Bij elke jaarrekening zien we wel mee- en tegenvallers, maar 2020 was ook in dit opzicht een uitzonderlijk jaar”, aldus de wethouder.

Financieel onzekere tijden
Ondanks het overschot kijkt de gemeente nog wel aan tegen financiële tekorten in het sociaal domein. “Deze meevallers zijn vaak eenmalig, terwijl we nog steeds structurele tekorten hebben op het vlak van jeugdzorg en de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Daarnaast weten we niet welke structurele effecten corona met zich meebrengt en of een nieuw kabinet de tekorten in het gemeentefonds gaat dichten. We hopen daar richting de begroting in september meer duidelijkheid over te krijgen.”