De derde nationale wespentelling heeft opmerkelijke resultaten opgeleverd: voor het eerst staat de limonadewesp bovenaan, gevolgd door zweefvliegen en honingbijen. Met een aanzienlijke toename van het aantal deelnemers en waarnemingen biedt deze telling nieuwe inzichten in de verspreiding van wespensoorten in Nederland, hoewel de aantallen niet direct wijzen op trends in de wespenpopulatie.
De opvallende aanwezigheid van de limonadewesp, met 6854 waarnemingen, onderstreept haar dominantie onder de wespensoorten. De Franse veldwesp en Europese hoornaar vervolledigen de top vijf, terwijl de invasieve Aziatische hoornaar verrassend laag scoort.
Het aantal deelnemingen was dit jaar aanzienlijk hoger, met 857 tellingen vergeleken met 170 in het voorgaande jaar, wat heeft geleid tot een uitgebreider en mogelijk accurater beeld van de werkelijke wespenstand. Dit kan deels te danken zijn aan de groeiende bekendheid van de Wespenstichting en de belangstelling voor het Jaar van de Wesp, alsook de integratie van de wespentelling in het platform Tuintelling.
De telling illustreert niet alleen de prevalentie van bepaalde wespensoorten maar werpt ook licht op de educatieve aspecten van het project, door deelnemers meer te leren over de diversiteit en ecologische belangrijkheid van wespen. Vooralsnog zijn trends over meerdere jaren nodig om effectieve conclusies te kunnen trekken over de veranderingen in de populaties. De toename van deelnemers en de diversiteit in waargenomen soorten suggereren een groeiende interesse en bewustzijn onder het publiek, wat essentieel is voor het behoud van deze belangrijke insecten.